Cyberdader 2.0: de mens verweven met de machine

Dr. Wytske van der Wagen over cyber security

Wytske van der WagenComputerwetenschappers onderzoeken veelal de technische kant van cybercrime. Binnen de criminologie staat juist de menselijke kant centraal. Maar deze twee werelden versmelten meer en meer. Hoog tijd voor een nieuw analytisch kader om deze vorm van criminaliteit te onderzoeken. 

‘Cybercrime bestaat uit een breed scala aan delicten,’ zegt Wytske van der Wagen, universitair docent binnen de sectie criminologie van de Erasmus School of Law.  ‘Aan de ene kant is er traditionele misdaad die nu in een digitaal jasje wordt gestoken, zoals oplichting via Marktplaats. Aan de andere kant is er cybercrime waarbij ICT niet alleen een middel is, maar ook een doelwit. Denk aan computervredebreuk, botnets, gijzelingssoftware of het platleggen van een elektriciteitsnetwerk.’ In haar onderzoek richt ze zich vooral op deze laatste, technische vorm van cybercrime.

   Met de opkomst van artificiële intelligentie zal bijvoorbeeld steeds meer besluitvorming aan de machine worden toebedeeld' 

De relatie tussen mens en machine nader bekeken

Deze vorm kenmerkt zich door nieuwe dynamieken die bij traditionele criminaliteit ontbreken. Bijvoorbeeld, automatisering, waardoor iemand met één muisklik heel veel schade kan aanrichten, of aan een computervirus dat zich na ontwikkeling geheel geautomatiseerd verspreid en zelfs dingen gaat doen die vooraf niet beoogd waren.

Nu is het nog zo dat bepaalde taken door een menselijke dader worden uitbesteed aan een machine, maar de rol van de machine wordt steeds groter. ‘Met de opkomst van artificiële intelligentie zal bijvoorbeeld steeds meer besluitvorming aan de machine worden toebedeeld,’ zegt Van der Wagen. ‘Sommige concepten en theorieën uit de “pre-digitale” criminologie blijven hierop van toepassing, met misschien enige aanpassing, maar er is ook zeker een lacune als het gaat om hoe daders en technologie elkaar beïnvloeden.’

   De rol van de machine bij cybercrime wordt steeds groter, helemaal met de opkomst van artificiële intelligentie'

Actor-Network Theorie

Zelf kwam Van der Wagen uit bij de zogenoemde Actor-Network Theorie (ANT), waarmee je de werkelijkheid bekijkt door een lens van een samenspel tussen mens en technologie. ‘Het geeft geen nieuwe verklaring voor waarom deze cybercrime plaatsvindt, maar wel een nieuw analytisch kader waarmee je deze criminaliteit kunt onderzoeken. Hoe wordt zo’n delict gepleegd en welke menselijke en niet-menselijke actoren spelen daarbij een rol?’

Binnen de ANT staat de mens niet boven de machine en zijn beiden belangrijk bij hoe een delict zich ontwikkelt. Daarnaast zijn de machines niet passief maar actief en hoeven ze ook niet neutraal te zijn. Ook niet op zichzelf kwaadaardig, maar ergens daar tussenin. ‘Als je met zo’n blik naar bijvoorbeeld een botnet kijkt, van de creatie tot en met het gebruik en het beëindigen ervan, dan zie je dat het een complexe wisselwerking is tussen allerlei menselijke en technische entiteiten,’ zegt Van der Wagen. ‘Of nu juist de mens of de machine de belangrijkste actor is binnen zo’n netwerk moet je per soort cybercrime bekijken, zelfs per incident.’

   Het is belangrijk dat criminologen meer gaan samenwerken met techneuten om zo technische kennis op te doen over hoe cyberdelicten plaatsvinden'

Cybercrime tackelen

Het is belangrijk dat criminologen meer gaan samenwerken met techneuten om zo technische kennis op te doen over hoe cyberdelicten plaatsvinden. Het afgelopen jaar heeft Van der Wagen vier maanden onderzoek gedaan aan de City University of New York (John Jay College of Criminal Justice) naar het potentiële gebruik van artificiële intelligentie door cyberdaders, en naar wat dat betekent voor de relatie tussen mens en machine.

‘Ook binnen Leiden-Delft-Erasmus halen we nu de banden aan tussen verschillende universiteiten en onderzoeksgroepen. We willen alle aspecten van cybercrime en cybersecurity tackelen. De sociale, juridische en technische aspecten, en ook op verschillende lagen; van daders tot slachtoffers tot bedrijven tot eindgebruikers.’ Een veelbelovende en uitdagende samenwerking, alleen al omdat elke discipline haar eigen vocabulaire, denkwijze en onderzoeksmethodiek heeft.

Een diverse groep daders

Het uiteindelijke doel van zulke multidisciplinaire samenwerking is om nieuwe inzichten over cybercrime te genereren en tot een effectieve aanpak te komen door middel van preventie en interventie. Ook dit heeft zowel een technische kant (ontmantelen van een botnet) als een menselijke kant (iemand overtuigen om een criminele loopbaan te beëindigen of er niet aan te beginnen). Hoe je dat laatste effectief aanpakt, hangt heel erg af van de persoonlijke kenmerken en motieven van cyberdaders.

Ook daar heeft Van der Wagen al onderzoek naar gedaan, onder andere in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum. ‘Wat cyberdaders gemeen hebben is dat ze vaak man en technisch onderlegd zijn, met unieke motieven zoals nieuwsgierigheid en bewijsdrang,’ zegt ze. ‘Hoewel sommige daders introvert zijn en een klein sociaal netwerk hebben in de offline-wereld, klopt het clichébeeld van een nerd op een zolderkamertje die uit rancune of balorigheid computersystemen hackt zeker niet. In werkelijkheid is het een hele diverse groep waarvan een deel ook zeker sociaal vaardig is.’

   Een effectieve aanpak van cyberdaders hangt heel erg af van hun persoonlijke kenmerken en motieven'

Passende interventie

Vooral first offenders hebben vaak geen idee van de schade die ze aanrichten. Ze voeren een aantal handelingen uit en ergens gaat een computersysteem plat. Dat lijkt een spelletje terwijl een bedrijf miljoenen euro’s schade kan oplopen. Bij deze daders speelt bewustwording van financiële, technische en emotionele schade dan ook een belangrijke rol. ‘Daarnaast kan een alternatieve taakstraf, waarbij ze hun talent ten goede inzetten, ze helpen tot inkeer te komen,’ zegt Van der Wagen.

Bij daders die willens en wetens grootschalige fraude of oplichting plegen of structurele schade aanrichten, is afschrikking met klassieke sancties als gevangenisstraf of een reguliere taakstraf misschien doeltreffender. Van der Wagen: ‘Het lastige met cybercrime is dat de schade nog heel lang door kan gaan, zelfs als de dader – de menselijke actor – allang gestopt is. Met de opkomst van artificiële intelligentie wordt dat probleem in de toekomst alleen maar groter.’

Lees meer interviews in het Cyber Security Kennisdossier

Tekst: Merel Engelsman (bureau Simplifaai)

Volgend artikel