Een kijkje in de keuken van professor Ellen van Bueren.

Ellen van Bueren, hoogleraar Urban Development Management aan de TU Delft, gaf 13 november een kijkje in de keuken van haar onderzoek met haar oratie ‘The Great Urban BakeOff’. “Hoe kunnen we de perfecte taart bakken?”, vraagt zij zichzelf af. Vertaald naar haar leerstoel gaat het om de vraag: Hoe zorgen we voor goede, duurzame steden? Steden waar mensen graag wonen, werken en verblijven? Samen met de afdeling Management in the Built Enviroment, het Leiden-Delft-Erasmus Centre for Sustainability en samen met de praktijk, gaat ze op zoek naar nieuwe keukengeheimen.

urban cake

Nieuwe vormen van sturing, besluitvorming, management en governance

Ellen van Bueren zal in haar nieuwe leerstoel op zoek gaan naar nieuwe vormen van sturing, besluitvorming, management en governance van stedelijke ontwikkeling. Doel is om de voorraadkast te vullen met kennis van de processen, mechanismen, en incentive-structuren die zich in stedelijke ontwikkelingsprocessen voordoen, en daar passende arrangementen, instrumenten, en handelingsstrategieën voor te ontwikkelen. Zij kan hierbij putten uit een flink aantal inspiratiebronnen zoals de vele theorieën die helpen om de dynamiek van stedelijke ontwikkeling te begrijpen en te beïnvloeden. En het leren van recente processen vanuit verschillende institutionele contexten in binnen- en buitenland. Het vullen van voorraadkast en het ontwikkelen van gereedschappen is per definitie een interactief, inter- en multidisciplinair proces. “De samenwerking tussen de Universiteit Leiden, de Technische Universiteit Delft en de Erasmus Universiteit Rotterdam op het gebied van onderwijs en onderzoek bieden een uitstekende basis om kennis van management van stedelijke ontwikkeling, in het bijzonder gebiedsontwikkeling, wetenschappelijk en maatschappelijk te verankeren.”

De duurzame stad

Een goede stad is een stad die toegankelijk is, waar voldoende huisvesting is, waar banen zijn, waar voorzieningen zijn, waar een goede en gevarieerde leefomgeving is, waar veiligheid is en rechtvaardigheid. Maar daar bovenop moet de stad van tegenwoordig ook aandacht hebben voor mens en milieu en economie, dus de stad moet bijvoorbeeld ook adaptief zijn, groen, veerkrachtig, klimaatbestendig en slim en smart. Om aan deze nieuwe prestatie-eisen te voldoen worden er nieuwe oplossingen, nieuwe ingrediënten, ontwikkeld.

Nieuwe ingrediënten

Het eerste nieuwe ingrediënt bestaat uit betaalbare decentrale technologieën voor opwekking, verwerking en hergebruik van hulpbronnen. Energie en water komen tot nu toe van een centraal punt ongezien het huis in. Maar het gebruik van hernieuwbare bronnen, of hergebruik en recycling van hulpbronnen, vraagt vaak om decentrale technologieën, zoals burgers die zelf zonnepanelen op hun huis hebben. Maar we willen ook niet volledig vertrouwen op deze decentrale technologieën. We willen ook bij bewolkt weer energie. Zolang decentrale opslag van energie niet mogelijk is, hebben gedistribueerde netwerken een voorkeur. Dit systeem is een combinatie van centrale en decentrale opwekking en levering van energie waarbij burgers en bedrijven dus zowel producent als consument zijn en kunnen leveren aan het net of kunnen afnemen van het net. Het tweede nieuwe ingrediënt voor deze duurzame stad is dus de distributie. In toenemende mate worden systemen geïntegreerd en met elkaar verknoopt. Zo verbindt de elektrische auto het transportnetwerk aan het elektriciteitsnetwerk. Geïntegreerde zonnecellen in gebouwen verknopen de traditionele toeleveranciers en aannemerij met high-tech producenten en installateurs. Het derde nieuwe ingrediënt in de grote stedelijke bakwedstrijd is verbondenheid. ICT en big data maken al deze nieuwe oplossingen (ingrediënten) mogelijk. Smart grids voor elektriciteit en warmte en de bijbehorende slimme, met elkaar communicerende apparaten, zijn in ontwikkeling.

Rollen vervagen

Door de integratie binnen de systemen en toenemende verbondenheid tussen de systemen vervagen de gebruikelijke rollen van de actoren. We zien tegenwoordig ook heel andere partijen dan de traditioneel bij stedelijke ontwikkelingsprocessen betrokken partijen, zoals gemeenten, woningcorporatie en projectontwikkelaar. We zien ICT bedrijven, energiebedrijven, consumenten, waterschappen, zorginstellingen, maar ook bedrijven zoals IKEA, Tesla en verzekeringsmaatschappijen het speelveld betreden. “Er zijn vele koks in de keuken en allen met hun eigen receptenboek”, beschrijft Ellen van Bueren. “Hoe stemmen de diverse chefs hun recepten op elkaar af?”.

Onderzoek en leren

Voor het ontwikkelen van theoretische inzichten en praktische instrumenten zijn er verschillende onderzoeksmethoden beschikbaar. Modelachtige methoden, gericht op simulatie, en met behulp van serious gaming, kunnen inzicht bieden in hoe actoren handelen in bepaalde situaties. Wat zijn de keuzes die zij maken en welke waarden liggen daaraan ten grondslag? Onderzoek vindt plaats in Living Labs, zoals de herontwikkeling van Buiksloterham in Amsterdam of in de herontwikkeling van een havengebied in Schiedam. Dit onderzoek en leren gebeurt ook samen met studenten, zoals met Ecolution, de studentenclub van het Leiden-Delft-Erasmus Centre for Sustainability.