‘Dit gebied kan de perfecte plek zijn voor een transitieknooppunt’

Zuid-Holland staat voor een dubbele uitdaging. Het havengebied werkt aan de afbouw van fossiele industrie en de opbouw van een duurzame, circulaire economie. Tegelijk worstelt het Westland met een verduurzamingsslag in de glastuinbouw. Haveneconoom Larissa van der Lugt en industrieel ecoloog Arnold Tukker belichten hoe deze transities vorm kunnen krijgen. 

Door Irene Salverda

larissa van der lugtWat maakt de omslag naar duurzaam en circulair zo moeilijk? 

Larissa van der Lugt: ‘De regio wil de omslag maken naar een schone en duurzame economie, maar heeft te maken met stevige internationale concurrentie. Het overgrote deel van de activiteiten in het Rotterdamse havengebied draait op en om fossiele brandstoffen: doorvoer en overslag, raffinage, en chemische industrie. 

Meer dan de helft van de inkomende stromen in de haven is fossiel, en ook de petrochemie en het maritieme transport draaien grotendeels op fossiele bronnen. Dat maakt de omslag naar een duurzame economie extra complex – we hebben ruimte, infrastructuur, veel groene energie en flinke investeringen nodig.’

Arnold Tukker: ‘De haven en de tuinbouw zijn de twee economische motoren van Zuid-Holland – en zijn allebei enorm energie-intensief. We hebben deze sectoren opgebouwd in een tijd waarin fossiele energie tegen de plinten op klotste, maar die afhankelijkheid vormt nu het grote nadeel.’

Hoe moet de rol van het Rotterdamse havengebied veranderen? 

Van der Lugt: ‘We kunnen de haven transformeren van een doorvoerplek voor fossiele grondstoffen naar een knooppunt voor schone energie en regionale, circulaire productie. Denk aan waterstofimport, CO₂-opslag en hergebruik van materialen. De ruimte en infrastructuur zijn hier aanwezig – en dat is uniek in de Randstad, waar ruimte schaars is. Juist daarom moeten we havens slim benutten: als efficiënte locaties met logistieke, schaal- en clustervoordelen. Dat vraagt om meer ruimte voor het havengebied, maar met een nieuwe, duurzame functie.’

Tukker: ‘Er zijn veel elementen die vóór dit gebied pleiten en haar de perfecte plek maken voor een transitieknooppunt. De ruimte, de infrastructuur, de nabijheid tot windparken op zee en tot het achterland, het unieke industriecluster. Europa heeft nauwelijks verwerkingscapaciteit voor kritische grondstoffen, zoals lithium. Een gebied zoals de Rotterdamse haven biedt een interessante optie voor deze raffinage. De haven kan een blijvende cruciale rol spelen in de economie van de toekomst.’

jan van der wolf
Foto: Jan van der Wolf

Welke hefbomen kunnen die transities versnellen? 

Van der Lugt: ‘Deze regio heeft een basiskracht die uniek is in Europa, namelijk haar petrochemische achtergrond en de links met de Antwerpse Haven en het Ruhrgebied. Rotterdam is daarin de spil en zorgt samen met de rest van het cluster voor zo’n 40 procent van de petrochemische productie in Europa. Dat geïntegreerde cluster geeft een voordeel waarop je kunt voortbouwen, ook als je het schoner en duurzamer gaat doen.’

Tukker: ‘Europese wetgeving zoals de CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive), werkt als een krachtige aanjager: bedrijven moeten hun milieu-impact inzichtelijk maken, wat vaak leidt tot emissiereductiedoelen. Tegelijk groeit duurzaamheid uit tot een strategisch thema. Maar je moet wel voorkomen dat je bedrijf door internationale reductiedoelstellingen of schaarste aan grondstoffen in de problemen komt of verkeerd investeert.’

   Verbieden waar nodig en stimuleren van schone brandstof of financiële steun voor schone technologie.'

Van der Lugt: ‘Voor de transitie is een slimme mix van beleid nodig: een evenwicht tussen financiering, verbieden waar nodig – zoals zwaveluitstoot door de scheepvaart – en stimuleren, bijvoorbeeld via verplichte bijmenging van schone brandstof of financiële steun voor schone technologie. En: ondernemers de ruimte geven.’

Tukker: ‘Met het Klimaat- en Stikstoffonds hadden we daarvoor krachtige hefbomen in handen. Nu die zijn weggevallen, is het versnellen van transities een stuk lastiger geworden. Kijk naar de Rotterdamse haven: jarenlang draaide die op petrochemie, een sector met een forse klimaatimpact. Willen we echt verduurzamen, dan moeten we kiezen: investeren we in waterstof en elektrificatie, of blijven we inzetten op beide sporen en ook in fossiel investeren?’ 

Van der Lugt: ‘Je kunt de chemie – een cruciale sector voor zowel onze economie als de energietransitie – wel schoner en duurzamer willen maken, maar voorlopig is dat nog niet concurrerend.’

 

Is het recente vertrek van fabrieken als LyondellBasell en Gunvor een bedreiging of juist een kans? 

Van der Lugt: ‘Zo’n plots vertrek is een pijnlijk signaal, vooral als het bedrijven zijn met een duurzame ambitie. Maar het hoeft geen showstopper te zijn. Belangrijk is wel dat je beseft: bedrijven vormen samen een ecosysteem. Ze hebben elkaar nodig. Behoud dus de bedrijven die essentieel zijn voor het cluster en die gezamenlijk de kracht hebben om voor vernieuwing te zorgen.’

Tukker: ‘We moeten goed nadenken over welke bedrijvigheid we hier willen behouden en versterken. Niet alles is cruciaal – neem bijvoorbeeld kunstmestfabrieken. Kunstmest kun je waarschijnlijk prima importeren uit bevriende landen met betere toegang tot groene grondstoffen of energie. Ik heb vroeger onderzoek gedaan naar clusters van bedrijven in de haven. Ze hebben een intrigerend metabolisme, zijn met elkaar verknoopt. 

   Het is belangrijk dat we die bedrijven behouden die de transitie kunnen maken en dat we geen belangrijke schakels in het cluster verliezen.’

Laten we strategisch kijken: wat is van belang voor onze eigen én Europese autonomie? Wat willen we echt behouden – denk aan basischemie – en wat hebben we nodig om te vernieuwen? Het is belangrijk dat we die bedrijven behouden die de transitie kunnen maken en dat we geen belangrijke schakels in het cluster verliezen.’

Hoe maak je van de nood tot verduurzaming een deugd die winst oplevert?

Tukker: ‘Dat kan bijvoorbeeld via elektrificatie van processen, waardoor je minder fossiele grondstoffen nodig hebt. Maar ook door het herontwerpen van producten, zodat ze langer meegaan en makkelijker te recyclen zijn. Zo ontstaan ook nieuwe kansen voor bedrijvigheid rond recycling. Bij een gezond industrieel metabolisme is het afval van de één de grondstof voor de ander – daar kun je slimme keuzes op baseren, zeker in de chemie. 

Zo wordt in Rotterdam al jaren zoutzuur – een reststof uit chemische processen – gebruikt bij de productie van polyvinylchloride (pvc), een veelgebruikt kunststof voor onder meer leidingen, kozijnen en vloerbedekking. Trek bedrijven aan die op soortgelijke wijze reststromen benutten, dan versterk je het circulaire ecosysteem.’

‘Ook in het Westland werkt het zo. De energie-intensieve glastuinbouw moet van het gas af en zichzelf opnieuw uitvinden. Dat gebeurt al: bedrijven investeren in robotisering en exporteren hun kennis en kunde op dat vlak, niet alleen hun tuinbouwproducten.’

westland
Roel Dijkstra fotografie

Wat betekent dit alles voor werkgelegenheid? 

Van der Lugt: ‘Het belangrijkste voor de werkgelegenheid is om genoeg economische diversiteit te behouden. Jaren geleden maakten we in de haven de overgang van fysieke havenarbeid – zakken op de schouders – naar functies als kraanmachinist of logistiek planner. Nu verschuift het werk van operators in fossiele installaties naar technici in waterstof, elektrificatie, circulaire processen en controlekamers. Dat vraagt om nieuwe kennis en vaardigheden. 

Als de economische basis in de haven en regio voldoende gediversifieerd is en zich kan aanpassen aan technologische en maatschappelijke veranderingen, kun je die overgang opvangen met omscholing en doorstroom. De werkgelegenheid beweegt dan mee met de nieuwe vraag.’

Tukker: ‘Laten we kritisch kijken naar sectoren die nu draaien op tijdelijke arbeidsmigratie, zoals delen van de tuinbouw. Dit leidt tot allerlei knelpunten, en levert op de lange termijn economisch waarschijnlijk weinig op. De klassieke tuinbouw zal dan misschien krimpen, maar geavanceerde, gerobotiseerde tuinbouw die technologie exporteert, kan juist groeien. 

Je kunt die overgang opvangen met omscholing en doorstroom, als je investeert in een gezonde economische basis, bijvoorbeeld een veerkrachtige, goed opgeleide beroepsbevolking. En een goede mix aan banen op alle niveaus.’

jan van der wolf
Foto: Jan van der Wolf

Hoe houden we draagvlak bij bedrijven en inwoners? 

Tukker: ‘In dit soort processen heb je altijd verliezers. Daar moeten we eerlijk over zijn. Tegelijk moet je de voordelen tastbaar maken: laten zien wat het oplevert en zorgen dat de kosten en baten eerlijk worden verdeeld.’

Van der Lugt: ‘Het draait om perspectief bieden. Je wilt niet alleen vertellen wat er níet meer kan, maar ook duidelijk maken waar we naartoe gaan en wat het mensen oplevert. Als je steeds meer automatiseert, vervang je arbeid – menselijk kapitaal – door economisch kapitaal. De opbrengsten daarvan komen terecht bij de kapitaalbezitters. Het antwoord op de vraag hoe we dat eerlijk herverdelen, is belangrijk.’

Wat is jullie toekomstbeeld, jullie wens voor de regio? 

Tukker: ‘Ik hoop dat we strategisch gaan investeren, zodat we een regio realiseren die internationaal vooroploopt in circulaire innovatie. Waar economische kracht hand in hand gaat met ecologische duurzaamheid.’ Van der Lugt: ‘Ik sluit me daarbij aan: een innovatiever, schoner en waarde creërend Zuid-Holland, waar haven, stad en rijk samen optrekken.’

Dr. Larissa van der Lugt is directeur van het Erasmus Centre for Urban, Port and Transport Economics (Erasmus UPT). Ze is expert in havenstrategie, havenmanagement en haveneconomie, en werkt aan duurzame en concurrerende havens in een veranderende wereld.

Prof. Dr. Arnold Tukker is hoogleraar Industriële Ecologie bij het Centrum voor Milieuwetenschappen aan de Universiteit Leiden. Hij richt zich op circulaire economie, duurzame productieketens en energiegebruik. Tukker leidt internationale EU-projecten op het gebied van duurzame productie en consumptie, en is gasthoogleraar in Indonesië op het gebied van duurzame ontwikkeling van de economie.

white paper economie van Zuid-HollandDit artikel komt uit de nieuwe Leiden-Delft-Erasmus white paper 'De Economie van Zuid-Holland: Verdienen - Verdelen - Veranderen', die op 15 december 2025 uitkomt. Deze paper wordt gepresenteerd op de bijeenkomst De Economie van Zuid-Holland in Beeld, in het Provinciehuis in Den Haag. Vanaf 15 december kunt u de paper gratis downloaden via deze website.

Next article