rotterdam

Hoe richt je een stad in als meer dan de helft van je stad een migratieachtergrond heeft?

Sinds 1 januari 2020 is er een nieuw Leiden-Delft-Erasmus Centre genaamd Governance of Migration and Diversity. Eén van de directeuren is Hoogleraar Migratie en Diversiteit prof.dr. Peter Scholten van de Erasmus School of Social and Behavioural Sciences (ESSB). We spraken hem over het nieuwe centrum, over de samenwerking met Leiden en Delft en zijn visie op migratie en diversiteit.

Wat gaat het LDE Centre Governance of Migration and Diversity doen?

‘Dit LDE-centrum is eigenlijk een uitbreiding van een bestaande samenwerking op het terrein van onderwijs: we werken al samen voor een Masterprogramma met dezelfde naam. Er was inmiddels zoveel vertrouwen en ervaring in samenwerken, dat we het leuk vonden om dit uit te breiden naar onderzoekssamenwerking. Via het Centre kunnen we onderwijs, onderzoek en maatschappelijke impact vanuit drie universiteiten met elkaar verbinden.'

Peter Scholten

'Leiden, Delft en de Erasmus zijn erg complementair. De specialismes die Leiden heeft (migratiegeschiedenis, governance en migratierecht), die Delft heeft (rond stedenbouwkundige vragen en beleidsanalyse van humanitaire vraagstukken) en die wij hebben (vanuit sociologie, bestuurskunde en het International Institute of Social Studies in Den Haag) vullen elkaar mooi aan. Omdat we niet concurreren op die gebieden maakt dat de samenwerking sterker.’

Lees meer over het nieuwe Centre Governance of Migration and Diversity

Waarom is samenwerking nodig?

‘Als je migratie echt wilt begrijpen, heb je wel meerdere disciplines nodig. De grote uitdagingen rondom migratie en diversiteit in de samenleving vragen erom. De vraag naar kennis vanuit steden en vanuit Brussel is erg groot op dit moment, we kunnen er afzonderlijk eigenlijk niet aan voldoen. Dat wil niet zeggen dat alles in Leiden, Delft of op de Erasmus samen moet, het is prima om onze afzonderlijke specialismen te blijven koesteren. Maar we zien een nieuw terrein van interdisciplinair of cross-disciplinair onderzoek. En dat genereert ook meer onderzoekfinancieringsmogelijkheden, het is dus ook strategisch handig.’

   Als je kijkt naar het percentage mensen met een migratieachtergrond maar ook als je kijkt naar het aantal nationaliteiten in Rotterdam, is dit goed te vergelijken met een stad als New York.

Is het migratieprobleem in Rotterdam anders dan in Leiden of Delft?

‘In Rotterdam is migratie-gerelateerde diversiteit misschien wel dé grote uitdaging, naast het klimaatprobleem. Rotterdam is één van de meest diverse steden van Europa. Als je kijkt naar het percentage mensen met een migratieachtergrond maar ook als je kijkt naar het aantal nationaliteiten in Rotterdam, is dit goed te vergelijken met een stad als New York. Daarover hoeven we niet bescheiden te doen. Leiden heeft een campus in Den Haag, daarmee werken wij samen. Leiden is historisch gevormd door migratie en heeft veel internationale studenten maar ook Den Haag is een superdiverse stad, meer dan vijftig procent van de bevolking heeft een migratieachtergrond. Maar ook Delft is divers, dat heeft weer met de universiteit te maken.’

rotterdam

Kunt u een concreet onderzoeksproject noemen?

‘Een interessante vraag is bijvoorbeeld: hoe richt je de stad in als de bevolking steeds mobieler wordt? Of: hoe richt je een stad in als meer dan de helft van je stad een migratieachtergrond heeft? Welke diensten verleen je als gemeente? Leiden, Delft en Rotterdam hebben alle drie een heel alledaagse noodzaak om meer kennis te verkrijgen over hoe zij het beste kunnen omgaan met migratie en diversiteit. We gaan bijvoorbeeld systematisch kijken naar vergelijkbare steden in Europa, en hoe deze van elkaar kunnen leren. Wat er nu vaak gebeurt, is dat Zoetermeer voor zijn migratiebeleid bijvoorbeeld kijkt naar Rotterdam. Liever wil je dat Zoetermeer leert van Mechelen in België, en Rotterdam leert van de Britse stad Birmingham.’

Welke trends ziet u op het gebied van migratie en diversiteit?

‘Bij diversiteit gebruiken we tegenwoordig vaak het woord: superdiversiteit. Steeds minder kun je spreken van ‘een bepaalde groep met een bepaalde cultuur’ omdat de verschillen binnen de groepen over de generaties zo groot zijn geworden. Net zoals ‘de Nederlander’ niet bestaat, bestaat ‘de migrant’ ook niet. Sociaaleconomische status speelt bijvoorbeeld veel sterker mee dan de culturele achtergrond.

   We onderzoeken niet zozeer migratie maar veel meer: mobiliteitspatronen. Er zijn ontzettend veel mensen die een tijdje ergens anders gaan wonen. Dat heeft maatschappelijke en bestuurlijke consequenties.

Een trend op het gebied van migratie is dat het hele idee van ‘een land van herkomst’ en ‘een stad van aankomst’ eigenlijk achterhaald is. We zien dat steeds meer mensen steeds mobieler worden. Dat komt onder andere door technologie en betere transportmogelijkheden. Dus we onderzoeken niet zozeer migratie maar veel meer: mobiliteitspatronen. Er zijn ontzettend veel mensen die een tijdje ergens anders gaan wonen. Dat heeft maatschappelijke en bestuurlijke consequenties.’

Peter Scholten

Er is toch wel een verschil tussen iemand die vlucht voor een oorlog, of iemand die voor zijn carrière twee jaar in New York gaat studeren?

‘Ik ben niet zo’n voorstander van het maken van een scherp onderscheid daartussen. Iemand die vanuit Rotterdam naar New York vertrekt, doet dat om bepaalde kansen te creëren – één van de kernredenen van migratie. Als je vlucht voor rampspoed, ben je een vluchteling, zoals we het juridisch noemen. Maar bij vluchtelingen zie je ook vaak een mengelmoes van ‘moeten vluchten’ en ergens anders een beter leven willen opbouwen of kansen creëren.

   Verreweg de meeste migranten zijn eigenlijk klimaatvluchtelingen.

De Nederlandse overheid probeert het in hokjes te plaatsen, maar in realiteit is dat onderscheid veel moeilijker te maken dan het lijkt. Bovendien zijn verreweg de meeste migranten eigenlijk klimaatvluchtelingen, maar de Nederlandse overheid erkent nog geen klimaatvluchtelingen. Ik zou willen dat er meer gevoel komt voor de nuance die erachter zit. Het versimpelen van het vraagstuk is gevaarlijk. Je moet proberen het te begrijpen, maar niet versimpelen.’

Wat is de grootste uitdaging voor het LDE Centre Governance of Migration and Diversity?

‘De grootste uitdaging is om te kunnen samenwerken volgens de ambitie van eenheid door verscheidenheid. Deels is het een experiment en zijn we pioniers, zo’n samenwerking is nog niet zoveel gedaan. Dus dat is spannend.

Daarnaast is er een inhoudelijke uitdaging. Hoe gaan we als samenleving om met migratie en diversiteit? Als wetenschapper is het soms wel een moeilijk thema: omdat het zo beladen is, zowel politiek als emotioneel. De uitkomsten uit onderzoek kunnen je bevallen of niet. Maar in het tijdperk van alternative facts, is het onverstandig om kennis te negeren of misbruiken. Het is de uitdaging om je daar als wetenschapper tegenover te verhouden. En ik vind dat we die maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben.’

Lees meer over het onderzoek van Leiden-Delft-Erasmus naar de Inclusive Society

Volgend artikel