nairobi
Interview Prof. Peter Knorringa
´Het is niet alleen een kwestie van een leuk waterfilter verzinnen´

Het belang van lokale oplossingen uit de informele sector in ontwikkelingslanden

P Knorringa
Prof. dr. Peter Knorringa, Centre for Frugal Innovation in Africa

In november 2017 organiseerde het Leiden-Delft-Erasmus Centre for Frugal Innovation in Africa, een internationale conferentie over frugal innovation. Naar aanleiding hiervan werd directeur Prof. dr. Peter Knorringa geïnterviewd door Wouter Schutten, journalist van Sleutelstad Radio Leiden:

´Het begint met het beter begrijpen van lokale ondernemers in de informele sector in ontwikkelingslanden: hoe die de oplossingen verzinnen en dan kijken wat wij kunnen bijdragen.´

Het volledige interview is te beluisteren op de website van Radio Sleutelstad.
 


Wouter Schutten: ‘Ik zit hier in het museum voor Volkenkunde in Leiden en dat is geen toeval want er is hier een conferentie aan de gang.  Tegenover mij zit Peter Knorringa. Peter, wat doe jij precies?’
Peter Knorringa: ‘Ik ben directeur van het Centre voor Frugal Innovation in Africa.’

Wouter Schutten: ‘Dat zegt niemand iets, hè?’
Peter Knorringa: ‘Nee, maar wij hebben dit congres georganiseerd. Ons Centre is een samenwerkingsverband van de Universiteit Leiden, TU Delft en Erasmus Universiteit Rotterdam. Frugal innovations zijn slimme, goedkope innovaties waar met name mensen in ontwikkelingslanden profijt van kunnen hebben.’ 

Wouter Schutten: ‘Maar indirect kunnen wij er ook profijt van hebben?’
Peter Knorringa: ‘Ja, indirect kunnen wij er ook profijt van hebben. Veel van de innovaties die tegenwoordig plaatsvinden komen eigenlijk uit Afrika. Daar worden vaak nieuwe dingen verzonnen, die wij vervolgens ook hier weer gaan gebruiken.’

Wouter Schutten: ‘Hoe lang bestaat het samenwerkingsverband al?’
Peter Knorringa: ‘Het samenwerkingsverband bestaat officieel sinds 2012 toen de drie universiteiten een strategische alliantie zijn begonnen. Maar een aantal mensen in het centrum werkte al langer samen, dus het is eigenlijk een soort samenbundeling van dingen die onder de radar al eerder gebeurden.’

Wouter Schutten: ‘Aan wat voor tijdsspanne moet ik dan denken: de laatste 20 jaar was het onderwerp al een beetje aan het opkomen?’
Peter Knorringa: ‘Ja, dat zou je wel kunnen zeggen.’

Wouter Schutten: ‘Samenwerken betekent meerdere invalshoeken? Dat is ook nodig?’
Peter Knorringa: ‘Dat is heel erg nodig. Het is typisch een onderwerp waarbij je de techneut nodig hebt maar ook de antropoloog, de medicus en de mensen uit de business community, want je moet een verdienmodel voor zoiets verzinnen. Dus het is niet alleen een kwestie van een leuk waterfilter verzinnen, maar je moet in Afrika gaan kijken: wat is nu eigenlijk het grote probleem hier?’

Wouter Schutten: ‘Dat ze het niet kunnen betalen waarschijnlijk …’
Peter Knorringa: ‘Dat is maar één van de elementen.’

Wouter Schutten: ‘Er zijn niet genoeg grondstoffen?’
Peter Knorringa: ‘Ja, zo kun je er tegenaan kijken. En als je het woord grondstoffen noemt: wat je vaak ziet als ze hier iets gaan ontwerpen, bijvoorbeeld in Delft, dan gaan mensen uit van beschikbaarheid van grondstoffen hier. Terwijl de truc natuurlijk is om grondstoffen te gebruiken dáár, die er gewoon zijn, en waarmee je op een nieuwe, meer duurzame manier, datzelfde product zou kunnen maken.’

Wouter Schutten: ‘Alleen tegen andere voorwaarden en dat is natuurlijk een uitdaging.’
Peter Knorringa: ‘Ja, dat is een uitdaging voor lokale ondernemers, maar dat is ook een uitdaging voor multinationals. Kijk, zo’n bedrijf als Philips of Unilever is heel erg op zoek naar: kunnen wij onze producten niet zoveel simpeler en goedkoper maken zodat wij ze kunnen verkopen aan mensen die we arm noemen, in Afrika?’

Wouter Schutten: ‘Hebben we daar een voorbeeld van?’
Peter Knorringa: ‘Ja, daar zijn allerlei voorbeelden van. Eén van de beroemdste is röntgenapparatuur. Die apparaten staan hier natuurlijk gewoon in het ziekenhuis en die dingen kosten zoveel honderd duizend euro.’

Wouter Schutten: ‘Drie ton.’
Peter Knorringa: ‘Ja, drie ton en die kun je nu ook maken voor 1500 euro en je kunt ze dan ook achter op je fiets zetten.’

Wouter Schutten: ‘Hoe kan dat?’
Peter Knorringa: ‘Dat gaat over functionaliteit. Wij gebruiken meestal bij dit soort machines maar 10% van de mogelijkheden, maar al die toetsers en bellen zitten er wel op. Terwijl als je een machine voor een community health worker in Afrika maakt, dan maak je alleen iets dat je voor dat moment nodig hebt. Heeft iemand nou wel of niet die longontsteking? Dan heb je maar 1 klein stukje van dat hele grote apparaat nodig. Als je dat licht en simpel en robuust maakt, zodat het ook op de grond kan vallen en van de fiets kan donderen, dan heb je een goede frugal innovation.’

Wouter Schutten: ‘Uitdagingen zijn dat mensen soms niet in de reguliere economie zitten. Soms geen toegang hebben tot elektriciteit of internetnetwerken. Wat is dan de uitdaging om daar handen en voeten aan te geven? Hoe doen jullie dat?’
Peter Knorringa: ‘Het is zelfs nog sterker: je zegt sommige mensen zitten niet in de formele sector maar 70 tot 80% van de mensen zit in de informele sector dus als je daar niet relevant bent dan houdt het al op. Dus het begint met het beter begrijpen van lokale ondernemers in de informele sector in ontwikkelingslanden: hoe die de oplossingen verzinnen en dan kijken wat wij kunnen bijdragen. Hoe je dat soort lokale oplossingen groter kunt maken en toegankelijker kunt maken.’

Wouter Schutten: ‘Want dat groter maken is wel belangrijk, anders is je marge weg als ondernemer?’
Peter Knorringa: ‘Ja, er zit een kleinere marge op en het moet gaan over relatief grotere volumes. Dus je moet het wel kunnen schalen, zoals wij dat dan noemen. Maar omdat het producten en diensten zijn die lokaal-specifiek zijn, die in de culturele context moeten passen, je ze niet kunt repliceren. Dus je kunt het niet schalen in de zin van een massaproduct en je moet elke keer weer kijken: O ja, dan moeten we voor deze regio net iets anders doen en het kleurtje moet bijvoorbeeld anders want bruin heeft hier een negatieve betekenis. Zoiets.’

Wouter Schutten: ‘Zijn die multinationals, want daar werken jullie mee samen, zijn die daar al aan toe eigenlijk?’
Peter Knorringa: ’Nou, sommige iets meer dan andere dus dat is wel een uitdaging.
In een interview als dit is het natuurlijk het makkelijkste om een paar goede voorbeelden te noemen in plaats van de slechte. We zien dat voor het lokale bedrijfsleven in Afrika het moeilijk is om te snappen wat die multinationals nou eigenlijk bedoelen en voor de multinationals is het moeilijk om in die lokale context hun dingen begrijpelijk te krijgen. Dus de kloof in de manieren van denken en gewend zijn om bepaalde dingen op een bepaalde manier te doen, ja, dat is 1 van de belangrijkste uitdagingen. En dat betekent dat je er niet alleen bent met de technologie of met een managementoplossing, maar je moet ook kijken naar die inbedding in de culturele context. Dat betekent dat je naar de politiek moet kijken, naar cultuur en religie, kortom je hebt een totaalpakket nodig. En het mooie daarvan is dat de drie universiteiten dat allemaal in huis hebben en heel duidelijk gespecialiseerd zijn in verschillende onderdelen van dat verhaal. Als je dat bij elkaar brengt dan heb je iets moois.’

Wouter Schutten: ’Ik sprak net iemand die helemaal gek is van wateroplossingen uit Delft en die bezoekt hier de conferentie. Maar een conferentie die organiseer je niet zomaar. Waarom deze conferentie en waarom in deze context?’
Peter Knorringa: ’Ja, wij dachten dat de tijd nu rijp was voor deze conferentie omdat er ondertussen verschillende mensen ook wetenschappelijk bezig zijn met deze problematiek. Wetenschap draait altijd een beetje langzaam. Je moet eerst een voorstel doen en geld binnen halen. En dan ernaartoe en dan is er nog een half jaar nodig om het allemaal op te schrijven. Dus dat is altijd een verhaal met wat omwegen. Dat betekent dan ook dat we in 2013 zijn begonnen en nu in 2017 zover zijn we dat we dit kunnen doen. Het mooie is: we hebben hier mensen echt van over de hele wereld, uit Latijns-Amerika, Afrika, Azië en Europa, bij elkaar, die allemaal bezig zijn om hier heel hard aan te werken. De ambitie van ons Centre is dat we die dingen bij elkaar brengen. Wat je nu ziet zijn allerlei casestudies bijvoorbeeld over water in Afrika of gezondheidszorg in Azië. Wat zijn nou de gemeenschappelijke factoren die ervoor zorgen dat zo’n frugal innovation echt bijdraagt aan duurzaamheid? Want je kunt natuurlijk wel een leuk dingetje verzinnen maar of dat ook echt hout snijdt, dat is dan de vraag.’

Wouter Schutten: ’Er is een bepaalde attitude. Merk je die attitude bij de anderen ook, zijn jullie gelijkgestemd? Of zeg je: hé dat hebben we eigenlijk nog niet.’
Peter Knorringa: ’Ja, één van de dingen waar we misschien nog te weinig aan gewerkt hebben is die culturele context. Er zitten hier een aantal mensen, die we daar speciaal voor uitgenodigd hebben, die dat heel goed kunnen inbrengen. Bijvoorbeeld een expert uit Finland, of all places zou je denken, die daar veel verstand van heeft. Met een onderzoeksteam, met mensen uit Afrika zelf, en die heeft bijvoorbeeld een project over hoe je ervoor kunt zorgen dat in zo’ n gemeenschap mensen een innovatie ook gaan zien als een logisch verlengstuk van hun traditie. In plaats van iets van buitenaf, wat die gekke witneuzen komen brengen. Dat is een factor waarvan wij altijd wel wisten dat het belangrijk was, maar we hadden niet de mensen om daar echt aandacht aan te geven.’

Wouter Schutten: ’We gaan zo we verder met de conferentie en dan komt de goeroe. Kun je uitleggen wie dat is?’
Peter Knorringa: ’Jaideep Prabhu, hij is hoogleraar bij een managementschool in Engeland. Hij komt zelf uit India en dat is geen toeval. Nogal wat van de goeroes in dit wereldje, en misschien gebruiken we daarom het woord goeroe, komen uit India. Dat komt omdat een generatie van onderzoekers, die zelf zijn opgegroeid in de informele sector in India, zien wat voor soort dingen je met innovaties kunt doen. Zij zijn nu belangrijke bekende hoogleraren bij management schools in Amerika en Engeland. Die zijn heel goed in het duidelijk maken aan die multinationals: ‘Jongens, jullie laten daar vier miljard mensen van de wereldbevolking gewoon liggen.’ Terwijl, als je goed nadenkt en het slim aanpakt, dan kun je die markt ook bedienen. En het is ónze uitdaging om er voor te zorgen dat het niet alleen een business case is, maar dat die mensen in Afrika daar zelf ook iets aan hebben.’

Maak ook kennis met de andere teamleden van het Centre for Frugal Innovation in Africa:


SleutelstadDit interview is gepubliceerd met toestemming van Radio Sleutelstad.

Meer informatie vindt u op:
Leiden-Delft-Erasmus Centre for Frugal Innovation in Africa

Volgend artikel